Willem-Jan de Wit
Wat gebeurt er zoal in een Egyptische dorpsgemeente?
Bij het licht van de ondergaande zon was ik mijn handen en gezicht bij de pomp in het groene land rond Kom Matay, een dorp in het Nijldal zo’n 225 km ten zuiden van Caïro. Vervolgens bedien ik zelf de zwengel van de pomp zodat ook Kerollos zich kan wassen.
Het water is verfrissend. Toen ik Kerollos vorig jaar als theologiestudent tijdens zijn zomerstage in het zuiden van Egypte bezocht, kwam de temperatuur daar elke dag boven de veertig graden. Hier in het midden van het land is het deze vrijdag begin augustus net een paar graden koeler maar nog steeds heel heet. Kerollos heeft het vanavond extra warm gehad: hij heeft geholpen met het roosteren van maïskolven boven een vuurtje, die we met een groep leden van de gemeente die hij tegenwoordig dient zojuist hebben verorberd.
Zelf heb ik ezel gereden. Daar is eigenlijk geen kunst aan: je zegt “hé” als het dier moet gaan lopen en “hosj” als het weer stil moet gaan staan. Alleen bleek het koppige beest niet naar mij als vreemdeling te willen luisteren, zodat ik alsnog afhankelijk was van een lokale begeleider.
"Zodoende komen nu dagelijks veel mensen even naar de kerk, misschien niet meteen voor het Levende Water maar dan toch om een fles of jerrycan met schoon drinkwater te vullen."
Het irriteert Egyptenaren die gewend zijn aan de moderne metro’s en de grote shopping malls van Caïro terecht als je hun land afschildert alsof het nog verkeert in de tijd van Dik Trom. Maar toch, iets van de sfeer van die boeken proef je wel als je een Egyptisch dorp bezoekt. Hier op het platteland is een handpomp geen museumstuk en een ezel geen attractie voor de kinderboerderij. Ze worden nog volop voor de landbouw gebruikt. Maar wees dan ook weer niet verbaasd als je een ezelrijder met een mobieltje ziet bellen.
Het water van de pomp is niet geschikt als drinkwater. Een grote poster in het gebouw van de protestantse kerk herinnert mensen hieraan. Het gewone kraanwater in de huizen is ook niet echt geschikt voor consumptie. In de pastorie, waar ik overnacht, is in de keuken een zevenwegsfilter geïnstalleerd om zuiver water te verschaffen, maar niet iedereen in het dorp kan zich zo’n installatie veroorloven. In het kader van een programma voor ondersteuning van plattelandsgemeenten is een grote kerk in Caïro daarom met een oplossing gekomen: bij de kerk in het dorp is een groot waterzuiveringsapparaat geplaatst met een kraan direct aan de straat. Zodoende komen nu dagelijks veel mensen even naar de kerk, misschien niet meteen voor het Levende Water maar dan toch om een fles of jerrycan met schoon drinkwater te vullen.
De kraan is niet de enige dienst die de kerk aan het dorp biedt. Er is ook een kinderdagverblijf en een bijlescentrum. Het onderwijs is op veel Egyptische scholen helaas van dusdanige kwaliteit dat je zonder bijles niet veel leert. Maar veel ouders kunnen zich geen dure privélessen voor hun kinderen veroorloven. Het centrum van de kerk biedt hun een betaalbaar alternatief.
De kerk
De kerk zou ook graag een medisch centrum inrichten waar regelmatig een arts langskomt, want nu is er geen dokter in het dorp en kunnen mensen alleen bij de apotheek terecht voor enig medisch advies. Men heeft een pand op het oog, maar de aanschaf is nog niet rond. Wanneer ik op bezoek ben, is er wel een eenmalige oplossing: een kerk uit Caïro heeft een medisch team gestuurd met vier specialisaties: kinder-, vrouwen-, buik- en oogarts. Voor €0.40 per persoon kun je op zaterdagmorgen in de zondagsschoolruimtes een dokter zien of je een bril aan laten meten. (Ter vergelijking: bij een middenklasse ziekenhuis in Caïro betaal je zes euro voor een consult.) Er is ook oog voor de gehele mens: enkele teamleden polsen onder de wachtenden wie er openstaat voor een meer geestelijk gesprek.
De zondagsschool zelf is vanwege het aantal kinderen over drie tijdstippen verdeeld – vrijdagavond zes uur, vrijdagavond zeven uur en maandagavond –, waarbij de kinderen telkens na een half uur gezamenlijk zingen ook nog weer in klasjes worden verdeeld om op eigen niveau een Bijbelverhaal te horen.
Voor volwassenen kent de gemeente van Kom Matay onder andere een wekelijkse ‘gezinsbijeenkomst’ (vooral bedoeld voor ouders, met aandacht voor opvoedingsvragen), een wekelijkse vrouwenbijeenkomst en het maandelijkse Adam-programma voor mannen. Veel activiteiten draaien op vrijwilligers uit de kerk zelf (verhoudingsgewijs niet eens zo’n grote groep, vooral leden van één familie), maar bijvoorbeeld het mannenprogramma wordt door een organisatie van buiten verzorgd.
Bij zoveel kerkelijke activiteiten zou uiteindelijk het Bijbellezen, de voeding vanuit het Woord, erbij in kunnen schieten. Kerollos heeft daarom een plan gemaakt voor zijn zondagse preken om met enige regelmaat acht verschillende Bijbelboeken uit het Oude en Nieuwe Testament aan de orde te laten komen. Bovendien heeft hij zich laten inspireren door de dagelijkse dagsluitingen die hij afgelopen jaar met enkele medestudenten bij ons op het seminarie in Caïro hield, waarbij we elke avond een Bijbelhoofdstuk met elkaar lazen en bespraken (in een eerdere bijdrage schreef ik hierover): hij roept de gemeente niet elke avond fysiek samen maar heeft een rooster gemaakt dat mensen uitdaagt om elke dag enkele hoofdstukken te lezen en hierover dan een vraag of gedachte in een WhatsApp-groep te delen. Keken de studenten op het seminarie vaak naar mij voor antwoorden op vragen, nu komt Kerollos vaak zelf met een antwoord.
Overigens word ik tijdens het etmaal dat ik in de gemeente ben, ook een heel aantal keren aangesproken door gemeenteleden die een vraag hebben over een bepaald Bijbelgedeelte of theologisch onderwerp. Na het wassen bij de waterpomp drinken we nog een kopje thee op het veld en gaat het gesprek bijvoorbeeld opeens over de uitverkiezing.
Na Kom Matay bezoek ik in anderhalve dag nog twee dorpsgemeenten waar oud-studenten van ons seminarie predikant zijn. In het ene dorp telt de gemeente veel activiteiten zoals in Kom Matay, maar is er ook net een actie gaande die ik niet eerder in een Egyptische dorpsgemeente ben tegengekomen: ondanks alle behoeften en noden in het dorp zelf worden er levensmiddelen ingezameld voor Sudanese vluchtelingen in Caïro.
In de andere gemeente neemt de dominee me voorafgaand aan de gebedsbijeenkomst op zaterdagavond mee voor een bezoekronde door het dorp, waarbij we langs tal van huizen gaan om mensen even aan te moedigen om naar de kerk te komen. De tijd is te kort om overal naar binnen te gaan, maar dit is ook niet nodig: bij veel huizen zit iemand buiten of op de dorpel van de openstaande deur.
Je kunt heel diepgaande beschouwingen houden over waarom mensen in Nederland steeds minder naar de kerk gaan. Maar in Egyptische dorpen zie je dat het al dan niet naar de kerk gaan ook van iets heel simpels af kan hangen: komt er regelmatig even iemand langs die laat merken dat hij hoopt je die avond of de volgende morgen in de kerk te zien?
Dit verhaal verscheen eerder in het Friesch Dagblad.
Meer lezen over het werk van Willem-Jan?
Willem-Jan de Wit is werkzaam als docent Oude Testament en systematische theologie aan het Evangelical Theological Seminary in Cairo (ETSC). Dit seminarie leidt jongemannen op tot predikant voor de Presbyteriaanse Kerk in Egypte en trekt daarnaast honderden deeltijdstudenten uit de verschillende kerken in Egypte en de Arabische wereld die een goede theologische opleiding zoeken voor persoonlijke vorming of ter ondersteuning van hun taak/ambt in de kerk als ouderling, jeugdleider, etc. of om zich voor te bereiden om in de toekomst zelf docent te worden.