Harriëtte Smit
Feest van Sint Jan: overgang en vernieuwing
De lente is overgegaan in de zomer. De natuur is op z’n mooist. Alles is groen. In het zuiden van Frankrijk schijnt de zon en stijgen de temperaturen. We krijgen zin om naar buiten te gaan. De zon bereikt haar hoogste punt en bereidt zich voor op haar terugtocht. In de nacht van 23 op 24 juni worden in het zuiden van Frankrijk in dorpen en steden vreugdevuren ontstoken ter gelegenheid van het feest van Sint Jan en de zomerzonnewende.
Fakkeloptocht
In Aix-en-Provence komt het vreugdevuur traditiegetrouw van de Mont Canigou (het Franse deel van de Pyreneeën) via fietsers en hardlopers na 330 kilometer ‘reizen’ aan in Aix. De renners en fietsers brengen het vuur in een fakkeloptocht, samen met mensen in traditioneel Provençaalse kledij, lopend door het centrum van Aix-en-Provence naar de plek waar een grote houtstapel zich bevindt.
Het vuur wordt met vreugdevol applaus verwelkomd door de stadsbewoners. Op kleine briefjes kun je wensen schrijven die je vervolgens in een houtbaaltje kunt stoppen die later in het vuur worden gegooid. Ondertussen loopt het plein van Les Allées Provençales vol en scharen de mensen zich in een grote kring rond de hoge houtstapel en het podium. Traditionele Provençaalse muziek klinkt en dansen worden opgevoerd. Een vrolijk geheel! Dan volgen een aantal toespraken. Ondertussen valt de avond en neemt tot slot de aanwezige priester het woord. Hij leest het evangelie van Johannes en spreekt over de woorden uit Johannes 3:30: ‘Hij moet groter worden en ik kleiner.’
Niet toevallig worden deze woorden op deze dag gelezen, waarop de zon weer in kracht afneemt. Johannes kondigt als laatste profeet de komst van Jezus aan, roept mensen op tot bekering en staat daarmee symbool voor de overgang tussen oud en nieuw, een omwenteling die komt
"Sint Jan, wat elk jaar op 24 juni wordt gevierd, was oorspronkelijk een heidens feest."
Teken van Gods liefde
Vervolgens worden de fakkels gezegend door de priester: ‘Dat het vuur, teken van Gods liefde, mag gaan branden in ons hart en doet smaken naar eeuwig licht.’ Vervolgens loopt de priester, met gemeenteraadsleden en één van de fakkeldragers drie keer om de houtstapel en steekt de priester als eerste het hout aan. De anderen volgen. Het vuur laait snel op tot grote hoogte, onder luid applaus. De wens-houtblokjes worden in het vuur gegooid; de muziekband start haar eerste noten en al vrij snel dansen de Aixois uitgelaten en met blije gezichten rondom het vreugdevuur van Sint Jan. De Rooms-Katholieke Kerk beschouwt de geboorte van Johannes de Doper als bijzonder heilig: er zijn geen heiligen van wie we de geboorte plechtig vieren; meestal vieren we van heiligen immers hun sterfdatum. We vieren alleen die van Johannes en die van Christus.
De Bijbel vertelt over de aartsengel Gabriël die de bejaarde priester Zacharias bezoekt en hem meedeelt dat zijn onvruchtbare vrouw, Elizabeth, toch een zoon zal baren. De zoon moet de naam Johannes (‘God is genadig’) dragen. Zes maanden na de aankondiging van de zwangerschap aan Zacharias verschijnt de engel Gabriël aan Elizabeths jongere nicht Maria en vertelt haar dat zij moeder zal worden van een zoon genaamd Jezus. Na de geboorte van Johannes op 24 juni zou het exact zes maanden duren voor Jezus werd geboren op 24 december (kortste dag en langste nacht). Elk jaar viert de Katholieke Kerk op 24 juni de geboorte van Johannes de Doper.
Maar wat heeft dit te maken met de midzomervuren die de Kelten en Romeinen in de oudheid op de avond van 24 juni aanstaken om de zomerzonnewende te vieren? Sint Jan, wat elk jaar op 24 juni wordt gevierd, was oorspronkelijk een heidens feest. Het werd voor de geboorte van Christus gevierd onder de vroege Slavische volkeren om de oogst te zegenen. Het feest werd later gekerstend en wordt nu over de hele wereld gevierd om het licht van de zomer te vieren, dankzij de midzomervuren. Er waren bepaalde rituelen aan verbonden. De as van de midzomervuren beschermde gewassen tegen bliksem en stormen. En voor geliefden zorgde over het vuur springen ervoor dat hun liefde het hele jaar zou duren. De voorchristelijke midzomerfeesten en de christelijke Sint-Janstradities hebben beide een duidelijk thema van ‘overgang en verandering’. De zonnewende, die de verschuiving van het lichte naar het donkere deel van het jaar markeert, speelt hierbij een grote rol. Voor de oude tradities betekende dit de overgang van vruchtbaarheid en groei naar een periode van oogst en afsterving.
Innerlijk licht
Bij mensen uitte zich dit als een verschuiving van uitbundigheid naar inkeer, van actie naar reflectie. In de context van Sint Jan staat de periode tot aan Sint Jan garant voor levensenergie en individuele groei, dankzij het steeds sterker wordende licht. Na Sint Jan moeten we vertrouwen op onze individualiteit en het innerlijke licht dat ons met Pinksteren is geschonken. Een boeiende parallel tussen natuurlijke en spirituele cycli. Een oud gezegde luidt: ‘Met Sint Jan draait het blad zich om.’ Het Johannesfeest bepaalt ons elk jaar weer bij het grote geschenk van het nieuwe begin dat ons wordt toevertrouwd. Johannes, een fakkel die in de duisternis scheen, verwijzer naar Christus, Licht van de wereld, die komen gaat!
Dit verhaal verscheen eerder in het Friesch Dagblad.
Over Harriëtte
Harriëtte Smit is landelijk jeugdwerkadviseur binnen de Franse Unepref kerken. Haar hart ligt bij tieners en jongeren en ze geniet ervan hen te begeleiden in hun geloofsontwikkeling en hun levensvragen.