Harriëtte Smit
Anijs van Flavigny: een zoet snoepje met een rijke geschiedenis
Al
verschillende keren trok het toeristische bord met de aankondiging van
Flavignysur-Ozerain met een herder en een herderin erop langs de A6 bij Dijon
mijn aandacht. Dit keer besluit ik af te slaan. Nieuwsgierig naar dit dorp en
de geschiedenis van haar bekende anijssnoepjes, die verpakt zijn in mooie
ovaal, gedecoreerde doosjes en bij elk tankstation in Frankrijk te vinden zijn.
Flavigny-sur-Ozerain, gelegen op een heuveltop in de streek Côte d’Or in Bourgondië behoort tot een van de mooiste dorpen van Frankrijk. Bij binnenkomst is de middeleeuwse sfeer voelbaar: oude versterkte muren, een doolhof van straatjes met prachtige huizen, een kerkje met gotisch interieur.
Als je Rue de l’Abbaye inloopt, komt de zoete geur van anijs je al tegemoet. Al eeuwenlang worden in de Abbaye van de Flavigny-sur-Ozerain de beroemde ‘Anis de Flavigny’- snoepjes gemaakt, het oudste merk van Frankrijk. Ieder jaar bezoeken zo’n tachtigduizend mensen de snoepfabriek. In 2000 vormde dit dorp het decor voor de film Chocolat.
Monniken
In het hart van elk anijssnoepje zit een klein, groen anijszaadje. De anijsplant werd in de Bijbelse en Romeinse tijd zeer gewaardeerd om zijn helende en medicinale waarde, vooral als hulp bij de spijsvertering en darmstoornissen. Het is dan ook geen verrassing dat de monniken bekend waren met anijs. Met de toenemende beschikbaarheid van suiker kwamen de monniken van Flavigny in de elfde eeuw op het idee om de anijskorrel te dopen in suikersiroop.
Zo wisten ze twee essentiële elementen te combineren tot een aangenaam smakende en draagbare lekkernij. Het bleek vooral populair onder koningshuizen en adellijken aan het hof, en het moet de monniken zeker hebben geholpen om de lange uren in die koude en tochtige kloostergebouwen te verzachten.
"De hele operatie wordt nog steeds gerund vanuit een wirwar van onderling verbonden kamers en gangen in de oude Abdij Saint-Pierre."
Tijdens de Franse revolutie werden delen van de abdij verwoest en verkocht en vluchtten de monniken uit de abdij. Maar acht dorpsbewoners zetten het productieproces voort. Sinds 1591 is de abdij in gebruik door de Anis de Flavigny-fabriek. In 1923 werd het bedrijf overgenomen door de familie Troubat.
In de jaren vijftig zag Jean Troubat met het verschijnen van de zelfbedieningsautomaten op trein- en metrostations, maar ook in Parijse warenhuizen, kermissen en bioscopen, een kans en ontwikkelde al snel de nu populaire metalen doosjes om zijn snoepjes te beschermen tegen het schokken van de automaat.
Zijn kleindochter, Catherine Troubat, heeft sinds de jaren negentig de leiding over dit bedrijf, dat meer dan tweehonderd ton pastilles per jaar over de hele wereld verkoopt. De hele operatie wordt nog steeds gerund vanuit een wirwar van onderling verbonden kamers en gangen in de oude Abdij Saint-Pierre. Het fabrieksteam van dertig patissiers houdt tot op de dag van vandaag deze unieke en lange bereiding in stand met dezelfde ingrediënten en recepten als in de tijd van de monniken.
Bedwelmend
In een prachtig koperen bekken gieten de banketbakkers vijftien dagen lang hete suikersiroop op het anijszaad totdat het met suiker omhulde zaadje een klein hard snoepje is dat niet groter is dan een erwt. Het is een fascinerend schouwspel dat alle zintuigen prikkelt. De zoete, naar anijs ruikende geur die in de lucht hangt, is gewoonweg bedwelmend. Het is een ervaring die ik iedereen die van gastronomie en geschiedenis houdt kan aanraden.
De verpakking in vintage stijl is niet zomaar een oppervlakkige ontwerpoefening. Deze heeft zijn wortels in de traditie van delen van snoep als een demonstratie van liefde. Zo komt uit de vroegste illustraties het charmante verhaal naar voren van de herder die in een schaduwrijk prieel zit en een herderinnetje een teken van zijn genegenheid aanbiedt, door haar een anijssnoepje aan te bieden. Hoewel de illustratiestijlen in de loop der decennia zijn veranderd, is dit traditionele motief op de doosjes van de originele snoepjes met anijssmaak een constante gebleven.
In de winkel van de abdij vind je een diversiteit van smaken (citroen, gember, mandarijn, zwarte bes, et cetera), die getuigt van evolutie van deze traditie en die tegelijkertijd trouw blijft aan de oorsprong ervan. Elk snoepje is als een kleine tijdcapsule die ons meeneemt naar de middeleeuwen.
Dat mensen nog steeds van ‘Anis de Flavigny’ houden, komt omdat het een eenvoudig en eerlijk product is. De zuivere smaak en het traditionele doosje, dat je mee kunt nemen naar je werk of in de auto, voor sommigen is het een herinnering aan de snoepjes uit hun kindertijd. Een bien bon bonbon die blijft.
Met een tas vol heerlijke anijssnoepjes en een hoofd vol indrukken verlaat ik dit charmante dorpje. Ik neem een stukje geschiedenis en kennis mee naar huis. Flavigny-surOzerain herinnert ons eraan dat soms de grootste schatten verborgen liggen in de kleinste dorpjes, en dat traditie heerlijk zoet kan smaken.
Over Harriëtte
Harriëtte Smit is landelijk jeugdwerkadviseur binnen de Franse Unepref kerken. Haar hart ligt bij tieners en jongeren en ze geniet ervan hen te begeleiden in hun geloofsontwikkeling en hun levensvragen.
Dit verhaal verscheen in het Friesch Dagblad van 2 oktober 2024