Kees en Esther van der Knijff
Een beker koud water
“Sorry, ik had geen luiers meer.” De moeder van het kindje op mijn onderzoeksbank in de kliniek kijkt wat beschaamd. Haar baby draagt een oud onderbroekje met een plastic broodzak als een soort waterdicht overbroekje. De broodzak is vakkundig geknoopt, ik vermoed dat het niet de eerste keer is. Waar in Nederland herbruikbare luiers vrij hip zijn, is dit gewoon armoede. Armoede krijgt een gezicht.
Niet
alleen luiers zijn duur, flesvoeding is voor veel mensen niet te betalen. En
terwijl borstvoeding de gezondste voeding voor een baby is, weet ik
tegelijkertijd dat het soms een zware opgave is en dat het soms echt niet gaat.
Ik zie hier veel hogere percentages baby’s die borstvoeding krijgen dan in
Nederland. Want (deels) overstappen op flesvoeding is voor veel moeders hier
onbetaalbaar. Moeders eten zelf soms te weinig of eenzijdige voeding. Ik zie
veel slecht groeiende en ondervoede baby’s en peuters. Fruit is een luxe.
Duurzaam
En het
maakt me soms moedeloos, lamgeslagen. Want wat kan ik nu doen? Natuurlijk, ik bied
hen medische zorg, vaccinaties en medicijnen als dat nodig is. Maar die
armoede, die blijft. Als kinderen de baby en peuterleeftijd doorgekomen zijn,
gaan velen niet naar school. Want: het schoolgeld kan niet betaald worden. Ze
krijgen dus niet de kans om met een goede opleiding de armoede te boven te
komen. Ze zullen later ook van een klein inkomen rond moeten komen.
Als we
praten over ontwikkelingshulp vallen er vaak termen als duurzaam, effectief en
doeltreffend. En het is belangrijk om gegeven geld goed te besteden en na te
denken hoe we mensen op de lange termijn het beste helpen. Toch kan het verlammend
werken en ons zelfs cynisch maken, als we maar wachten tot er een duurzaam plan
is om de problemen op te lossen.
"Het maakt me soms moedeloos, lamgeslagen. Want wat kan ik nu doen?"
Vers fruit
In Mattheüs 10 lees ik echter over een beker koud water. Geen project om waterputten te slaan of een microkrediet om een waterleiding aan te leggen, hoe goed dat natuurlijk ook is. God zegent ook het kleine, het onaanzienlijke.
Op mijn bureau in de kliniek staat tegenwoordig een schaal vers fruit. En met liefde deel ik een appel, een banaan of een verse abrikoos uit aan kinderen die op mijn spreekuur komen. Ik los hun honger en armoede er niet mee op.
Maar ik geloof dat God dit gebaar, deze beker koud water, kan gebruiken om Zijn liefde te laten zien.
Dit verhaal verscheen eerder in het magazine Vrouw tot Vrouw van de Hervormde Vrouwenbond