Johan en Willeke Vrij
Het zendingsavontuur van Johan en Willeke
"Wat doe je je kinderen aan?" Dit vroegen Johan en
Willeke Vrij zichzelf af, terwijl ze nadachten over wel of het het zendingsveld
opgaan. "Een vriendin tegen ons zei: 'Draai het eens om. Wat geef je je
kinderen mee?’" Met Cvandaag sprak ze over de schrijnende situaties, maar
ook de mooie momenten, waarop ze Gods aanwezigheid heel duidelijk ervaart.
"Elk gesprek met een Albanese christen getuigt van wat God die week heeft
gedaan."
“We zijn sinds kort zendeling”, begint Willeke. “Ik kom uit de jeugdzorg en werkte als gezinscoach bij het Leger des Heils. Mijn man Johan werkte in de bouw en had verschillende begeleidende functies in kerken en het jeugdwerk. We kennen elkaar uit Oekraïne, waar we elkaar leerden kennen in de periode dat ik daar stageliep. Met een groepje startten we met het organiseren van zomerkampen voor meiden uit een kindertehuis.”
Hoewel ze beiden een diepe betrokkenheid voelden bij christenen in Oekraïne, lag hun bestemming elders. “We hebben ons altijd afgevraagd: Wat vraagt God van ons? Wat is onze plek? Dat werd niet Oekraïne, maar Albanië. Via de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) zijn we uitgezonden als missionaire gemeente opbouwwerkers. Albanië heeft overeenkomsten met Oekraïne; het communisme heeft er zijn sporen nagelaten, en daarvan hadden we eerder al geproefd."
"We dachten: Wat doen we onze kinderen aan? Daar dachten we niet lichtvaardig over. Ze hadden geen keuze; we haalden ze weg bij familie en vrienden”, zegt Willeke. “Toch probeerden we hen zoveel mogelijk bij het proces te betrekken, ook al waren ze jong (toen 2 en 4 jaar oud). De jongste (1 jaar) is in Albanië geboren. Bij onze kinderen zien we soms echt de worsteling met het gemis van familie. Dat hoeven we niet mooier te maken dan het is, dat hoort erbij. Gelukkig hebben ze het naar hun zin. Onze oudste zit op een internationale school en heeft daar vriendjes. Onze middelste zit op een Albanese opvang en is helemaal onderdeel van de cultuur. Kinderen pakken de taal zo snel op."
"Ik gun mensen in Nederland meer vrijmoedigheid en opmerkzaamheid."
Zelf vond Willeke het leren van de taal ook een uitdaging. “Het is grappig, mensen zeggen nu: ‘Wat spreek je goed Albanees.’ Ik red me prima in het dagelijks leven, maar om de grammatica echt goed te hebben, dat is moeilijk. Het vraagt een lange adem. We kunnen ons wel met Engels redden, maar dat is in sommige situaties niet voldoende. We willen graag de taal van hun hart spreken."
Overtuigd christen-zijn
Willeke ziet in Albanië een jong en levend christendom. “Het christendom is hier pas dertig jaar oud, omdat het communisme lange tijd de overhand had en het land toen atheïstisch was. De christenen die hier zijn, zijn heel overtuigd en delen ruimhartig wat God voor hen betekent. Bijna elk gesprek met een Albanese christen getuigt van wat God die week heeft gedaan. In Nederland is dat toch minder; we voelen veel meer onzekerheid of beschaamdheid om het erover te hebben. Ik gun mensen in Nederland meer vrijmoedigheid en opmerkzaamheid om Gods hand in het dagelijks leven te zien.” Volgens Willeke kunnen christenen hier veel van de Albanese christenen leren. Ze vertelt hoe ze er onlangs getuige van was op welke manier: "Onlangs hadden we een uitwisseling met acht Albanese vrouwen die op bezoek waren in Nederland. We wilden dat er over en weer bemoediging zou zijn. De Albanese vrouwen vertelden wie God voor hen is. Dat inspireerde de mensen enorm. Het voelt dan misschien onrechtvaardig dat zij in zo’n kwetsbare situatie leven, terwijl wij het goed voor elkaar hebben. En het kan dan schuren, want het geeft een ongemakkelijk gevoel. Toch was het juist vanuit die verbinding dat we God ervoeren."
"Dan sta ik daar met mijn bankpas in mijn zak en een volle koelkast thuis, terwijl een gezin geen eten heeft."
Moeilijke situaties
Willeke deelt ook de moeilijke momenten die ze dagelijks tegenkomt: “In Albanië is het contrast tussen arm en rijk enorm. Soms bevind ik me in situaties die gruwelijk schrijnend zijn. Dan sta ik daar met mijn bankpas in mijn zak en een volle koelkast thuis, terwijl een gezin geen eten heeft. Ik kan ontmoedigd raken, maar daar heeft niemand iets aan. Ik heb geleerd om dat uit te spreken en mij zo op te stellen: misschien kan ik vanavond wel een keer eten meenemen. Ik zie dat het hebben van een perspectief op God en afhankelijkheid van Hem, mensen hier in Albanië helpt om het dragelijker te maken. Dan weten ze: ‘Ik heb niets, ik ben afhankelijk.’ Dan kunnen ze zelfs in de moeilijke momenten Gods hand zien. Hoe graag ik iedereen ook zou willen helpen. Vaak zijn mijn handen gewoon te kort. Het enige dat ik dan kan doen, is luisteren en bidden. Dat geeft kracht."
De kinderen van Willeke en Johan zijn vaak een bron van inspiratie. “Mijn dochter is heel fanatiek. Op een vaste route naar de winkel komen we langs een vuilniscontainer, waar mensen eten of spullen uithalen. Ze zegt dan: ‘Mam, heb je geen geld bij je? Heb je niets gegeven?’ Of: ‘Zullen we een brood halen voor ze?' Of ze vragen: 'Zullen we voor Anna en Blerina (twee buurmeisjes die op straat bedelen) bidden dat ze het droog hebben voor de nacht?’ Dat onze kinderen leren om voor anderen te bidden, maakt me dankbaar. Soms komen ze zelf met ideeën en dat vind ik heel mooi. Onze zoon zegt soms: ‘Nu zijn jullie wel lang genoeg in Albanië geweest, laat nu andere mensen maar over God vertellen in Albanië.’”
"Het onrecht dat ik op straat zie, de kinderen die moeten bedelen… dat raakt me.”
Momenten van ontmoediging
“Ik ben vaak genoeg in situaties geweest waarin ik ontmoedigd zou kunnen raken. Als ik mij focus op het hier en nu, raak ik teleurgesteld en voel ik me machteloos. Dan weet ik het ook niet meer. Het onrecht dat ik op straat zie, de kinderen die moeten bedelen… dat raakt me”, vertelt Willeke geëmotioneerd. “We fietsen naar school en komen langs een kruispunt, waar twee meisjes van dezelfde leeftijd als onze kinderen staan. Ze vragen voorbijgangers om eten of geld en kunnen niet naar school. Het liefst zou ik ze meenemen naar huis, ze een schoon bed en een warm bad geven.”
Tranen wellen op in Willekes ogen terwijl ze verder vertelt: “Het blijft altijd een afweging: Wat geef je? Een paar schoenen is helpend op dat moment, maar tegelijk weet je ook dat ze binnen een week weer kwijt kunnen zijn. Dat helpt dus niet altijd. We nemen ook flessen water mee op warme dagen. Maar er gaan dagen voorbij dat ik even niets bij me heb of alles al heb uitgedeeld. Vooral met die twee meiden bouwen we een band op. Ze horen bij het straatbeeld, en dat is natuurlijk niet hoe het hoort. Ze gaan niet naar school, omdat ze voor eten moeten zorgen. Het is zo pijnlijk om te zien hoe de cirkel zich dan blijft herhalen: hun ouders waren arm, hun grootouders waarschijnlijk ook, enzovoorts.”
"Ik heb bewust aan God gevraagd: 'Wilt U mij opmerkzaam maken? Wilt U mij helpen dat ik op U gericht blijf?"
Geloofsverandering
Het zendingswerk in Albanië heeft Willekes geloof verdiept. “Ik ben opmerkzamer geworden voor wat God doet in het dagelijkse leven. Voor ik naar Albanië ging, had ik dat niet zo. Maar ik heb bewust aan God gevraagd: Wilt U mij opmerkzaam maken? Wilt U mij helpen dat ik op U gericht blijf?" Ze deelt een voorbeeld. "Ik stond onderweg naar dit interview in de file, maar ik heb geen ongeluk gehad. Ik ben veilig aangekomen. Zo komt God meer centraal te staan in mijn leven. Nederland is gefocust op prestatie, het realiseren van je uren, efficiency. Soms is die focus zo sterk, dat God pas ergens aan het einde van de dag nodig is. In Albanië ervaar ik dat anders; mensen zijn afhankelijk van God omdat ze het echt voelen: ‘Ik heb vandaag geen eten, ik ben afhankelijk.’”
Gedragen door gebed
De vraag wat mensen die dit lezen kunnen doen, beantwoordt Willeke zonder aarzeling: “Bidden”, zegt Willeke stellig. “Ik hield er altijd al van, maar ik ben nu meer dan ooit overtuigd van hoe cruciaal het is. Wij zien hoe wij als gezin gedragen worden door gebed. Bid voor de mensen in Albanië, voor de voorgangers die vaak op eenzame posities staan. Als mensen dat willen, kunnen ze contact met mij opnemen om gebedsbemoediger te worden. Wij werken met veertien kerken; ons verlangen is dat elke voorganger een vaste gebedsbemoediger in Nederland heeft en zich gedragen weet door gebed.”
"De voorganger zei: ‘Er valt een last van mijn schouders.’ Het was echt een knipoog van boven."
Gebedsverhoring
Een van de gebedsverhoringen die Willeke meemaakte, betrof een voorganger die tegen een burn-out aanzat. “Hij was helemaal op. We baden dat er iemand zou komen om het van hem over te nemen. Hij had zelf de deadline gesteld in september. Vervolgens kwam er een nieuw voorgangersechtpaar met visie en hart voor de gemeente. De voorganger zei: ‘Er valt een last van mijn schouders.’ Het was echt een knipoog van boven. Dit echtpaar heeft geen inkomen, maar ze zijn fulltime beschikbaar voor de kerk. Daarin zal God voorzien.”
Willeke eindigt met een inspirerende gedachte: “Het lijkt soms makkelijk om te zeggen: ‘Bid maar.’ Maar ik heb gezien hoe cruciaal het is. Doe wat de Heer je ingeeft, stel je open en wees beschikb aar voor de mensen om je heen. God gaat gewoon door, zelfs in de praktische dingen. Ook hier in Albanië.” Willeke en haar gezin zijn voor zes jaar uitgezonden naar Albanië. Wat de toekomst brengt, weten ze nog niet. “Dan zien we wel weer hoe God met ons verdergaat.”
Bron: Cvandaag.nl
Over Willeke
Willeke Vrij is samen met haar man Johan en hun kinderen Abel en Mirjam in 2022 uitgezonden naar Albanië. Familie Vrij woont in Tirana en werkt in gemeenten van Albanië en Kosovo.