Samen jong in Afrika
Wat de Nederlandse kerk kan leren van de kerk in Afrika
‘Een jeugdvriendelijke kerk is een kerk die jongeren actief betrekt bij haar activiteiten en diensten en een omgeving creëert waarin ze zich welkom, gewaardeerd en gesteund voelen.’ - Jeugdleider Zuid-Soedan
door: Esther van Maanen
Jeugdconferentie in Oeganda
In november 2024 organiseerden we vanuit de GZB een jeugdwerkconferentie in Oeganda. Met deelnemers uit Oeganda, Kenia, Rwanda, Congo, Zuid-Soedan, Malawi, Zimbabwe en Zuid-Afrika hebben we nagedacht over de positie van jongeren in de gemeente en hoe je hen kunt helpen groeien in leiderschap. Daar raakte ik onder de indruk van de Afrikaanse kerk die, ondanks de vaak moeilijke omstandigheden, heel vitaal is. Jongeren spelen hierin vaak een rol. Veel van de kernwaarden van Samen Jong zijn ook belangrijk voor de kerken in Afrika. Maar hoe brengen zij dit in de praktijk? Tegen welke uitdagingen lopen zij aan? En wat kunnen wij in Nederland van hen leren? In dit artikel neem ik je mee in de kernwaarden van Samen Jong in Afrika.
Nog even een disclaimer: Tijdens de conferentie gingen we geregeld uit elkaar voor werksessies in kleinere groepen. Ik heb daardoor vooral opgetrokken met deelnemers uit Oeganda, Rwanda en Kenia. Hierdoor zullen er relatief meer voorbeelden uit deze landen in het artikel staan, maar dezelfde principes zijn ook in veel van de andere landen aanwezig.
Context van Afrika
Allereerst iets meer over de context. Wanneer ik samenvattend spreek over de acht verschillende landen heb ik het over ‘Afrika’. Maar net zo gevarieerd als de landen in Europa, zijn ook deze Afrikaanse landen heel verschillend. Het is een groot verschil of je in het heuvelachtige binnenland van Rwanda woont of in een miljoenenstad in Kenia. Of je te maken hebt met gewelddadige conflicten tussen stammen in Congo of als Zuid-Soedanees in een vluchtelingenkamp in Oeganda woont. Tegelijkertijd zijn er kenmerken die we in (vrijwel) alle landen terugvinden. Er is vaak hoge werkeloosheid en door verveling die optreedt, is het extra belangrijk dat jongeren weerbaar zijn tegen criminaliteit en verslaving. Ook hebben de meeste landen weinig financiële middelen, wat soms extra uitdaging geeft om het jeugdwerk goed te organiseren. Maar somber is het in veel Afrikaanse landen niet. Wanneer je een willekeurige kerk binnenloopt, merk je de vreugde van het samen zingen en dansen en hoor je waarschijnlijk bezielde prediking. En als er iets is wat al deze landen kenmerkt, zijn het wel de groten getale jeugd! 2 Alle deelnemers op de conferentie gaven aan dat meer dan de helft van hun kerk uit jeugd bestaat. Nu definiëren Afrikaanse landen jeugd vaak van een jaar of 15 tot de leeftijd van 30 tot 35 jaar, maar er is ook daadwerkelijk veel ‘jonge’ jeugd aanwezig in de kerken. Dit is niet verwonderlijk als je kijkt naar de demografie in Afrika (piramide) versus Europa (dunne ui). Maar jong zijn en (samen) jong blijven zijn twee verschillende dingen. En de vanzelfsprekendheid van jong blijven begint ook in Afrikaanse landen af te nemen. Tijdens de conferentie hoorden we geluiden van geestelijke leegte en kerkverlating, soms al binnen één generatie. Toch hebben veel kerken de kernwaarden van Samen Jong in hun gemeente verweven zitten en daar kunnen we veel van leren.
1. Verantwoordelijkheid geven
‘Vandaag dansen we als oudsten in de kerk en zeggen we tegen de jeugd: morgen is het jullie kans. Maar als we zo denken en handelen, zullen we dansen in hun afwezigheid.’ – Kerkleider uit Malawi
Het is niet altijd vanzelfsprekend dat jongeren in de Afrikaanse context leidinggevende taken krijgen in de kerk. Wanneer je de cultuurdimensies van Hofstede bekijkt, zie je dat Afrikaanse landen veel hoger scoren op de pool van ‘machtsafstand’ dan Nederland.1
Vanuit de hiërarchische positie die ouderen hebben vergeleken met jongeren, is het logisch dat jongeren weinig verantwoordelijkheden krijgen. Een kerkleider uit Zuid-Soedan met een groot hart voor jongeren geeft hier een treffend voorbeeld van. Ruim 30 jaar geleden vluchtte hij voor het eerst uit Zuid-Soedan naar een vluchtelingenkamp in Oeganda. Toen ze als jongeren wilden bijdragen in de organisatie van de kerkdiensten, was hier geen ruimte voor. Als reactie hebben ze zelf bijeenkomsten georganiseerd vooraf aan de kerkdienst, al om 07.00 uur in de ochtend. Hierdoor liep de kerk echter collectegeld mis en raakten de ouderen en jongeren opnieuw met elkaar in gesprek. Ze kwamen tot een compromis en vanaf toen mochten de jongeren iets bijdragen in de kerkdiensten. Wat een verschil met nu, waar jongeren de drijvende kracht zijn van de kerk uit Zuid-Soedan (opnieuw weer) in de vluchtelingenkampen. Vrijwel alle landen op de conferentie gaven aan dat hun jongeren veel verantwoordelijkheden krijgen en leiderschapstaken vervullen in hun kerken. Twee pastors uit Oeganda vertelden hoe zij zelf als jongeren door hun kerkleiders jarenlang gecoacht zijn, zodat ze als leiders de kerk konden dienen. En hoe ze op hun beurt ook weer een paar jongeren onder hun hoede hebben gehad, om met hen een paar jaar op te trekken (over relationeel jeugdwerk gesproken!). Inmiddels zijn ook deze jongeren als leiders actief in de kerk. Maar jongeren worden niet alleen maar begeleid tot ‘leiders’, in Oeganda zijn ze in alle facetten van het kerk-zijn de dragende factor. Het zijn de jongeren die de kerkdiensten organiseren, pastorale bezoeken doen, het diaconale werk van de gemeente dragen, op (missionaire) outreaches gaan, etc.
De ouderen in de gemeenten doen bewust een stap achteruit om jongeren ruimte te geven, nadat ze hen goed op hun taak hebben voorbereid. De pastors uit Oeganda deelden ook dat het soms zoeken is welke jongeren ze op een bepaalde verantwoordelijk kunnen voorbereiden. Ze gaan geregeld met elkaar in gebed en bidden God dan om ‘F.A.T. Youth’, jongeren die gelovig (faithfull), beschikbaar (available) en te vertrouwen zijn (trustworthy).
‘De jeugd is de kerk van morgen én van vandaag, maar niet van gisteren. Daarom hebben ze oudere gemeenteleden nodig om hen te coachen.’ – Pastor uit Zimbabwe
• In welke onderdelen van jouw kerk wordt jeugd (nog) niet betrokken? Wat zou er gebeuren als jullie in de kerk om gelovige, beschikbare en trouwe jongeren gaan bidden, waar jullie verantwoordelijkheden aan kunnen geven?
1. https://www.theculturefactor.com/country-comparison-tool
2. Hart hebben voor jongeren
‘Wees oprecht tegen de jongeren en vraag wat ze willen. En vraag hen op welke manier ze willen dat je met ze communiceert.’ – Jeugdleider uit Kenia.
Alle deelnemers op de conferentie hebben een groot hart voor jongeren! In de praktijk van de Afrikaanse context verschilt het echter per kerk hoe dit vorm krijgt: de een slaagt er beter in om met jongeren mee te leven en is meer op hen betrokken dan de andere. Oeganda is een mooi voorbeeld. Een van de pastors vertelde dat ze als ouderen weten wat de jeugd bezighoudt en dat de jongeren merken dat ze altijd bij hen kunnen aankloppen. Hij gebruikte een symboliek die in de conferentie vaak naar voren kwam: de handen zijdelings tegen elkaar. Dat wil zeggen: we zijn gelijk! Zo ervaren de jongeren het ook in de kerk in Oeganda.
Wanneer we breder kijken naar het hoofdstuk ‘hart hebben voor jongeren’ valt op dat de Westerse trend van verlengde adolescentie in Afrika niet zo duidelijk zichtbaar is. Er zijn meer traditionele rolpatronen, waarbij jongeren op een (voor ons gezien) jonge leeftijd met elkaar trouwen. Dit is een belangrijk thema wat de jongeren bezighoudt. Het vinden van een partner waar je ouders mee akkoord gaan en waarbij je (voor de jongens) de bruidsschat kunt betalen is soms een hele uitdaging. Ook hebben sommige landen te maken met kindhuwelijken, wat de kerk juist probeert tegen te gaan. Daarnaast studeren jongeren minder lang en hebben ze al op jonge leeftijd verantwoordelijkheid voor broertjes/zusjes, helpen ze mee rondom het huis (water halen, land bewerken e.d.) of proberen ze wat bij te verdienen voor het gezin.
Wel zijn de vragen rondom identiteit (wie ben ik?), relaties (wat is mijn plek?) en doel (welk verschil maak ik?) duidelijk herkenbaar bij Afrikaanse jongeren. Een illustratie hiervan zagen we tijdens de dagelijkse walk&talk. We waren al meerdere keren langs een huisje gekomen, waar een goedlachse jongen iets aan het repareren was en ons vriendelijk groette. Na enkele dagen stopte één van de deelnemers en nam de tijd om met deze jongen in gesprek te gaan. Hij bleek Ben-oni te heten (opvallende Bijbelse naam; zou zijn moeder net als Rebekka zijn overleden bij de geboorte?). Ik was verrast over wat er gebeurde. Er was oprechte interesse in Ben-oni, waardoor hij deelde wat er in zijn hart leefde. Hij vertelde dat hij net als veel andere jongeren een lach op zijn gezicht heeft, maar zich van binnen heel anders voelt. Hij deelde hoe moeilijk het leven in Oeganda is, maar dat hij toch zijn best doet om hard te werken en zijn leven op te bouwen. Dan heeft hij daar profijt van als hij ouder wordt en minder kracht heeft. We belandden in een mooi, bijna filosofisch gesprek over hoe ook de tijd die je krijgt een gift is, maar dat je die wel goed moet gebruiken. Deze jongere heeft een duidelijk doel voor ogen en de deelnemers hadden duidelijk hart voor hem. Ze bemoedigden Ben-Oni: dat iets van die oude man die hij hoopte te worden, nu al in hem zichtbaar is.
• Probeer bij de kerkdienst of (jeugd)activiteit met een kind of jongere in gesprek te raken. Wat houdt hem of haar bezig? Op welke plekken kan jouw kerk (nog) meer een luisterhouding naar de jeugd aannemen?